Decreet van het Waalse Gewest van 14 april 2016 houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 16 februari 2016 tussen de Federale Staat, het Vlaams Gewest, het Waals Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de beheersing van de geva

Decreet van het Waalse Gewest van 14 april 2016 houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 16 februari 2016 tussen de Federale Staat, het Vlaams Gewest, het Waals Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de beheersing van de gevaren van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken

  • Seveso III goedkeuring waals gewest
  • Afgekondigd: 14/04/2016
  • Gepubliceerd: 22/04/2016
  • Geografisch domein: Waals Gewest

België heeft de Seveso III-richtlijn omgezet via een nieuw samenwerkingsakkoord tussen de federale staat en de drie gewesten betreffende de beheersing van de gevaren van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken. Dit samenwerkingsakkoord treedt in werking op de dag van publicatie in het Belgisch Staatsblad van de laatste instemmingsakte. Het Waalse gewest is na de Federale overheid de tweede om zijn instemming te publiceren met het samenwerkingsakkoord. Nu moet nog de twee andere gewesten volgen. Pas bij de verschijning van het vierde en laatste akkoord, treedt het samenwerkingsakkoord in werking.
Dit samenwerkingsakkoord vervangt het samenwerkingsakkoord van 21 juni 1999. Het is een omzetting van de richtlijn 2012/18/EU van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012, ook Seveso III genaamd.  In principe diende deze omzetting te gebeuren uiterlijk 01/06/2015. 
Dit samenwerkingsakkoord voorziet in de gedeeltelijke omzetting van de richtlijn 2012/18/EU van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende de beheersing van de gevaren van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken.
Deze 3e versie van de Seveso-Richtlijn zorgt voor een overeenstemming met de nieuwe regels rond classificatie, verpakking en etikettering van gevaarlijke producten, de CLP-verordening. Seveso hanteert nu dezelfde indeling als CLP en REACH, waardoor de verschillende regelgevingen rond gevaarlijk stoffen nu veel beter op elkaar aansluiten. 
Dit samenwerkingsakkoord is nog niet in werking getreden, maar het is zeker niet slecht om (nog) eens de evaluatie te maken of een bedrijf niet onder het toepassingsgebied valt. Zie de internetlinks om deze evaluatie uit te voeren. Hierbij houdt men niet alleen rekening met de gevaarlijke producten aanwezig als opslag, maar ook in de vorm van grondstof, product, bijproduct, residu of tussenproduct, dus in het hele productieproces van een bedrijf. Het is mogelijk dat door de CLP-aanpassing van de drempelwaarden een bedrijf voor het eerst onder het toepassingsgebied van dit samenwerkingsakkoord valt. Het samenwerkingsakkoord noemt dit een 'andere inrichting' (zie art. 2, 7°). Andere inrichtingen zijn verplicht om een kennisgeving (zie art. 7) op te stellen uiterlijk 3 maanden na het van toepassing worden. Indien een inrichting een hogedrempel-inrichting betreft, moet een veiligheidsrapport (zie art. 8) opgesteld worden binnen een termijn van 2 jaar vanaf de datum waarop de inrichting een hogedrempel-inrichting is geworden. En de exploitant van een 'andere inrichting' dient een intern noodplan op te stellen binnen een termijn van 1 jaar na het van toepassing worden.
In de kennisgeving aan de overheid moest al informatie verschaft worden over de onmiddellijke omgeving van de inrichting, zijnde de omstandigheden die een zwaar ongeval kunnen veroorzaken of de gevolgen ervan ernstiger kunnen maken. Voortaan moet men ook informatie verschaffen over naburige bedrijven die buiten het toepassingsgebied van dit samenwerkingsakkoord vallen, maar die bron kunnen zijn van het risico op of de gevolgen van een zwaar ongeval en van domino-effecten zouden kunnen vergroten.
Hogedrempelinrichtingen moesten voorheen hun veiligheidsrapport al 5-jaarlijks herzien of naar aanleiding van de analyse van een ongeval of voor zover mogelijk een schierongeval. Voortaan moet deze herziening van het veiligheidsrapport (art. 8 §6) 5-jaarlijks, na een zwaar ongeval, na een ongeval of voor zover mogelijk een bijnaongeval. Art. 8 §3 vraagt in deze gevallen een onverwijlde indiening bij de overheid.
Het publiek wordt voortaan beter geïnformeerd, onder andere via elektronische weg. Zie vanaf art. 20. Daarbij wil men ook tegemoetkomen aan de openbaarheid en toegang van publiek tot milieu-informatie. Zo stelt art. 23 dat de veiligheidsrapporten, met inbegrip van de inventaris van gevaarlijke stoffen, ter beschikking zijn van het publiek. Eenieder kan dus van gelijk welke Seveso-inrichting het veiligheidsrapport gaan inkijken.

Dit samenwerkingsakkoord treedt in werking op de dag van publicatie in het Belgisch Staatsblad van de laatste instemmingsakte. Het Waalse gewest is na de Federale overheid de tweede om zijn instemming te publiceren met het samenwerkingsakkoord. Nu moet nog de twee andere gewesten volgen. Pas bij de verschijning van het vierde en laatste akkoord, treedt het samenwerkingsakkoord in werking.