Koninklijk besluit van 31 mei 2016 tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 mei 1999 betreffende de bescherming van de jongeren op het werk en tot wijziging van het koninklijk besluit van 21 september 2004 betreffende de bescherming van stagiairs

Koninklijk besluit van 31 mei 2016 tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 mei 1999 betreffende de bescherming van de jongeren op het werk en tot wijziging van het koninklijk besluit van 21 september 2004 betreffende de bescherming van stagiairs

  • wijziging uitzondering op verboden werken jongeren
  • Afgekondigd: 31/05/2016
  • Gepubliceerd: 25/07/2016
  • Geografisch domein: Federaal België

Het KB van 31 mei 2016 wijzigt het toepassingsgebied van het KB jongeren. Daarnaast wordt er ook gesleuteld aan de afwijkingen op de verboden werkzaamheden. Deze aanpassing zorgt ervoor dat België in overeenstemming is met de conventie nr. 138 betreffende de minimumleeftijd van de Internationale Arbeidsorganisatie die de leeftijd waarop een jonge werknemer bepaalde werkzaamheden onder voorwaarden mag uitvoeren, vastlegt op 16 jaar.
Voorheen was het toepassingsgebied : 
1° jongere op het werk: alle personen bedoeld in de punten 2° tot 5°, alsook alle minderjarige werknemers die 15 jaar zijn of ouder en die niet meer onder de voltijdse leerplicht vallen;
2° persoon verbonden door een leerovereenkomst: alle personen die een opleiding genieten in een onderneming krachtens een leerovereenkomst, alsook alle personen in dienst geno-men in het kader van een overeenkomst werk-opleiding overeenkomstig het koninklijk be-sluit nr. 495 van 31 december 1986 tot invoering van een stelsel van alternerende tewerk-stelling en opleiding voor de jongeren tussen 18 en 25 jaar en tot tijdelijke vermindering van de sociale zekerheidsbijdragen van de werkgever verschuldigd in hoofde van deze jongeren;
3° opgeheven;
4° student-werknemer: alle studenten die overeenkomstig titel VII van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, met de werkgever een arbeidsovereenkomst hebben gesloten voor een tewerkstelling als student, met uitzondering van de categorieën studenten
die zijn uitgesloten krachtens artikel 122 van diezelfde wet, doch met inbegrip van de studenten die ten minste zes maanden werken, voor zover zij dit niet gedurende een ononderbroken periode van zes maanden bij dezelfde werkgever doen;
5° leerling en student: alle leerlingen en studenten die een studierichting volgen waarvan het opleidingsprogramma voorziet in een vorm van arbeid die in de onderwijsinstelling wordt verricht;
Voortaan wordt dit : 
1° jongere op het werk:
a) elke persoon van 15 tot 18 jaar, die niet meer onderworpen is aan de voltijdse leerplicht en die tewerkgesteld wordt krachtens een arbeidsovereenkomst of die, anders dan krachtens een  arbeidsovereenkomst, arbeid verricht onder het gezag van een ander persoon;
b) elke persoon die niet meer onderworpen is aan de voltijdse leerplicht en die tewerkgesteld wordt krachtens een leerovereenkomst;
c) elke persoon die niet meer onderworpen is aan de voltijdse leerplicht en die arbeid verricht krachtens een overeenkomst gesloten in het kader van een opleidingstraject;
d) een leerling of student die een studierichting volgt waarvan het opleidingsprogramma voorziet in een vorm van arbeid die in de onderwijsinstelling wordt verricht;
e) een student-werknemer die tewerkgesteld wordt in het kader van een arbeidsovereenkomst voor tewerkstelling van studenten bedoeld in titel VI van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten;
2° opleidingstraject : elk traject dat bestaat uit een theoretische en/of algemene vorming in een opleidingsinstelling en die aangevuld wordt met een praktische opleiding bij een werkgever;
Afwijking op verboden werkzaamheden
In art. 8 en 9 worden de voor jongeren verboden werkzaamheden opgesomt. In art. 10 werden de afwijkingen op deze verbodsbepalingen omschreven. Zoals bijvoorbeeld voor arbeid die onontbeerlijk is voor de beroepsopleiding van de jongere. De bijkomende eisen van vroeger, zoals de continue aanwezigheid van een ervaren werknemer om de jongere bij te staan en de controle op de effectieve toepassing van de preventiemaatregelen ten gevolge van de risicoanalyse, worden nu verder aangevuld met volgende eisen :
- de jongere moet tenminste 16 jaar oud zijn;
- de werkgever zorgt er voor dat de jongere een specifieke en adequate opleiding heeft ontvangen in functie van de sector waarin de activiteit wordt uitgevoerd of ziet er op toe dat hij/zij de nodige beroepsopleiding heeft gekregen.
Ten slotte wordt de verwijzing naar bovenstaande artikels (met verboden werken en de uitzondering) aangepast in het KB  van 21 september 2004 betreffende de bescherming van stagiairs.

Dit KB treedt in werking 10 dagen na publicatie in het Staatsblad, dit is op 4 augustus 2016.