Ministerieel besluit van de Vlaamse Regering van 26 mei 2016 inzake de vastlegging van referentierendementen voor de toepassing van de voorwaarden voor kwalitatieve warmte-krachtinstallaties

De Vlaamse regering bevordert primaire energiebesparing door de aanwending van kwalitatieve warmte-krachtinstallaties voor de productie van elektriciteit en warmte. Dit zijn installaties die gelijktijdig elektriciteit en warmte genereren en daardoor een hoger rendement behalen dan 2 aparte installaties die afzonderlijk instaan voor elektriciteits- dan wel warmteproductie. Om dit aan te moedigen, past de Vlaamse regering een systeem toe van certificaten voor kwalitatieve warmte-krachtinstallaties, ook wel warmte-krachtkoppeling (WKK) genaamd. Dit systeem is grotendeels analoog aan dat van de groenestroomcertificaten voor zonnepanelen of windmolens. Een warmte-krachtcertificaat toont aan dat een bepaalde hoeveelheid primaire energie werd bespaard in een kwalitatieve warmte-krachtinstallatie in vergelijking met een situatie waarin dezelfde hoeveelheid elektriciteit en/of mechanische energie en warmte gescheiden worden opgewekt. De wettelijke basis voor het systeem van de warmte-krachtcertificaten werd vastgelegd in de artikelen 7.1.1 tot en met 7.1.14 van het Energiedecreet van 8 mei 2009. Verdere uitvoeringsregels zijn bepaald in het Energiebesluit van 19 november 2010.
Er was al een MB van 1 juni 2012 inzake de vastlegging van referentierendementen voor toepassing van de voorwaarden voor kwalitatieve warmte-krachtinstallaties. De Europese Commissie heeft echter door middel van de verordening 2015/2402 van 12 oktober 2015 tot herziening van geharmoniseerde rendementsreferentiewaarden voor de gescheiden productie van elektriciteit en warmte, voor de periode vanaf 2016 nieuwe rendementsreferentiewaarden vastgelegd. Daartoe was er een update van het MB van 1 juni 2012 nodig, dit MB wordt dan ook opgeheven met dit nieuwe MB en de tekst vervangen. Dit MB bevat een aantal bijlagen waar in functie van het type brandstof en het constructiejaar de minimale rendementen worden vastgelegd om in aanmerking te komen als kwalitatieve warmte-krachtinstallatie.