Versterking van de wetgeving voor de preventie van de psychosociale risico's op het werk

Schadevergoeding

Om de welzijnswet te harmoniseren met de wet tegen discriminatie, wordt hier ook voorzien in een mogelijkheid tot schadevergoeding. Deze vergoeding voor de herstel van materiële en morele schade, bedraagt in principe de werkelijk geleden en te bewijzen schade van het slachtoffer of een forfaitair bedrag van 3 maand brutoloon van het slachtoffer. Ze kan evenwel stijgen tot 6 maand brutoloon in geval van discriminatie, misbruik van een gezagspositie of bij zeer ernstige feiten.

Risicoanalyse

De werkgever dient de situaties te identificeren die leiden tot psychosociale risico’s en hij dient er de risico's van te bepalen en evalueren. Op basis van deze algemene risicoanalyse moeten preventiemaatregelen worden genomen om de risico's zo veel mogelijk in te perken. De minimaal toe te passen preventiemaatregelen zijn deze die bepaald zijn art. 32 quater 3e lid van de welzijnswet.

Twee procedures voor psychologische interventie

De voorheen al bestaande procedures, de informele en formele worden verder verfijnd. De informele procedure via de vertrouwenspersoon of de preventieadviseur psychosociale aspecten, bestaat erin op informele wijze te zoeken naar een oplossing dmv gesprekken, een interventie bij een derde of een verzoening. De formele procedure kan enkel via de preventieadviseur psychosociale aspecten. De werkgever wordt dan gevraagd gepaste collectieve of individuele maatregelen te treffen op basis van het advies van deze preventieadviseur. Deze 2 procedures staan natuurlijk de gewone overlegstructuren (hiërarchie, comité, vakbondsleden) niet in de weg. Daarnaast is er ook een vangnet ingebouwd, die ervoor zorgt dat verzoeken tot tussenkomsten van de preventieadviseur psychosociale aspecten die geen betrekking hebben op geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk worden tegengehouden, zeker indien het gaat over risico's met een collectieve karakter. Deze moeten behandeld worden op ondernemingsniveau en de daarin bestaande overlegorganen.

Onafhankelijkheid van vertrouwenspersoon en preventieadviseur

De vertrouwenspersoon en de preventieadviseur mogen geen deel uitmaken van het leidinggevend personeel noch vakbondsafgevaardigde zijn en dus ook geen werkgevers- of werknemers-vertegenwoordiger in ondernemingsraad of comité. Deze onverenigbaarheid geldt niet voor wie vandaag die functie al vervult, en wiens optreden niet wordt betwist.

Onmiddellijk bewarende maatregelen ondernemen

De termijn waarin de preventieadviseur een rapport moet afleveren, wordt duidelijk afgebakend. In geval van ernstige feiten dient de werkgever onmiddellijk de nodige bewarende maatregelen te nemen. De preventieadviseur psychosociale aspecten krijgt in die situatie (ernstige feiten) ook een toezichtsrol om te waken of de werkgever het nodige doet. Zo niet moet de preventieadviseur een beroep doen op de met toezicht belaste ambtenaren.

Ontslagbescherming

Om te voorkomen dat werknemers onrechtmatig klacht indienen bij de arbeidsinspectie om zich zo te beschermen tegen ontslag, wordt de ontslagbescherming beperkt tot de gevallen waarin de interne procedure geen resultaat boekte of waarin de interne procedure niet bestond.

Inwerkingtreding

De wet treedt in werking de 1e dag van de 13e maand die volgt op de publicatie in het Belgisch Staatsblad. Sommige artikels worden evenwel pas van kracht op een datum die door een KB bepaalt zal worden. Voor de klachten die ingediend werden voor de inwerkingtreding van deze wetswijziging, blijven evenwel de oude regels van toepassing.

Meer info