Vlarem-trein 2013

  • 15/09/2014

Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse besluiten inzake leefmilieu, wat betreft een aanpassing aan de evolutie van de techniek en aan de CLP-verordening B.S. 24/09/2014

Deze Vlarem-trein 2013 wijzigt diverse besluiten, waaronder Vlarem I en II en zijn bijlagen alsook het Vlarel (Vlaams reglement inzake erkenningen betreffende het leefmilieu). Het maakt de Vlaamse milieuwetgeving conform met de nieuwe etikettering van producten volgens de CLP-verordening. Ook op vlak van veiligheid is er een impact, gezien de omzetting van de Seveso III-richtlijn, de geactualiseerde brandvoorschriften voor schouwspelzalen en muziekactiviteiten en de risicotoetsing voor LPG-tankstations.

Naast de Vlarem-trein 2013 is er ook de publicatie van de nieuwe Vlarem III. Door de publicatie van het ‘Besluit van de Vlaamse Regering houdende bijkomende algemene en sectorale milieuvoorwaarden voor GPBV-installaties’ wordt er een nieuw deel aan Vlarem toegevoegd. Deze Vlarem III is enkel gericht op GPBV-inrichtingen. Hierbij staat GPBV voor geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging. GPBV-inrichtingen hebben een "X" in de 4e kolom van de indelingslijst van bijlage 1 van VLAREM I.

Ook in bijlage I van het nieuwe besluit vinden we de lijst met alle activiteiten die onder de bepalingen van het toepassingsgebied van GPBV vallen. Op Europees niveau is GPBV omgezet in de Richtlijn Industriële Emissies (RIE). Via de Vlarem-trein 2012 werden al heel wat voorwaarden uit de RIE omgezet in Vlaamse wetgeving. Een van de voornaamste doelen van de RIE-richtlijn is het verankeren van de Best Beschikbare Technieken (BBT). GPBV-installaties moeten nu binnen de vier jaar na publicatie verplicht voldoen aan nieuwe BBT-conclusies. De BBT-conclusies vormen immers de referentie voor de vaststelling van de vergunningsvoorwaarden. Voor twee sectoren, de ijzer- en staalindustrie en de glasindustrie, komen deze BBT-conclusies al meteen in Vlarem III terecht.

De voornaamste wijzigingen van de Vlarem-trein 2013 kunnen als volgt worden samengevat

  1. Omzetting van de Seveso III-Richtlijn, dit is richtlijn 2012/18/EU betreffende de beheersing van de gevaren van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken. Deze wijzigingen zijn van toepassing vanaf 1 juni 2015 gezamenlijk met de inwerkingtreding van de CLP-verordening.
  2. Gedeeltelijke omzetting van de Energie-efficiëntie-Richtlijn, dit is de richtlijn 2012/27/EU. Deze richtlijn schept een gemeenschappelijk kader van maatregelen ter bevordering van energie-efficiëntie in de Europese Unie om de 20%-doelstelling inzake energie-efficiëntie te realiseren. Grote bedrijven (meer dan 250 werknemers of omzet van 50 miljoen € of balanstotaal van 46 miljoen €) moeten periodiek een energieaudit laten uitvoeren. Eerste energieaudit op te maken voor 1 december 2015. Vrijgesteld zijn o.a. de energie-intensieve bedrijven met een benchmarkconvenant/ energiebeheer overeenkomst, een ISO 50 001 certificaat, …
  3. Het conformeren van VLAREM met de volgende Europese verordeningen
    • verordening aquacultuur: exploitanten van aquacultuurvoorzieningen kunnen nu een vergunningsaanvraag indienen voor het gebruik van uitheemse soorten of plaatselijk niet voorkomende soorten. Er worden ook sectorale voorwaarden opgenomen.
    • de CLP-verordening, waarbij CLP staat voor de Engelse afkorting van de classificatie, de etikettering en de verpakking van stoffen en mengsels. De indeling en de sectorale voorwaarden i.v.m. (opslag van) gevaarlijke producten in VLAREM, waren gebaseerd op de indeling volgens de Europese stoffen- en preparatenrichtlijnen. De indeling wordt nu via de CLP-verordening aangepast en daardoor uitgebreid. Het gevolg is dat de rubrieken 6, 16 en 17 herschikt worden. Rubriek 6 bevat voortaan de opslag van brandbare vloeistoffen en brandstofverdeelinstallaties voor auto's. De opslag van de gassen verhuist van hoofdstuk 16 naar hoofdstuk 17 en komt samen met de aerosolen in de nieuwe rubriek 17.1. Het systeem van indeling wordt eenvoudig: als er een gevarenpictogram op het etiket staat, is het vergunningsplichtig. Geen etiket is geen vergunningsplicht. Indien er meer dan één pictogram op het etiket staat, dient men ook de overeenkomstige rubriek aan te vragen. Om deze meervoudige rubricering te compenseren gaan de ondergrenzen voor de indeling van vloeistoffen in klasse 1 en 2 met een factor 2 omhoog (er zouden namelijk gemiddeld 1,8 pictogrammen op de etiketten staan). Deze aanpassingen worden ingevoerd vanaf 1 juni 2015. Vanaf die dag moeten alle gevaarlijke producten (zuivere stoffen en mengsels) over een indeling volgens de CLP-verordening beschikken.
    • verordening dierlijke bijproducten.
  4. Omzetting van de conclusies van de laatste Vlaamse BBT-studies (best beschikbare technieken) Sinds de Vlarem-trein 2011 wordt er bij elke Vlarem-wijziging werk gemaakt om de laatste nieuwe BBT-studies telkens systematisch te vertalen naar het Vlarem. Dit maal zijn dat de BBT's voor de houtverwerkende nijverheid, de droogkuis, de laboratoria en de (mest)covergistingsinstallaties.
  5. Uitvoering van studies die resulteren in update van veiligheidsaspecten
    • voor de schouwspelzalen: voornamelijk worden een aantal bepalingen rond brandvoorkoming, brandbestrijding en evacuatie geactualiseerd. Bovendien wordt het toepassingsgebied uitgebreid naar inrichtingen met muziekactiviteiten. Voor nieuwe inrichtingen, vergund na 1 juli 2014, wordt geëist dat deze minimaal voldoen aan de federale basisnormen brand, voor wat de constructie-eisen en de brandveiligheidsvoorschriften betreft.
    • voor de LPG-installaties (brandstofverdeelinstallaties): ook hier een update. Dit heeft belangrijke gevolgen voor het bepalen van de risicoafstanden + aanpassingen aan het aanvraagformulier. Nieuwe installaties moeten meteen aan de nieuwe eisen voldoen en bestaande installaties dienen na een overgangstermijn tot 2019 aangepast zijn.
  6. Kleinere aspecten zoals wijziging aan het hoofdstuk "opvulling met niet-verontreinigde uitgegraven bodem". Nieuwe regels om stabiliteitsproblemen te voorkomen in ontginningen werden reeds ingevoerd met Vlarem-trein 2012. Aangepaste regels worden nu ook opgenomen voor het opvullen van de groeves met niet-verontreinigde grond.

Verbranding van biomassa-afval in open lucht en in residentiële houtkachels: het verbod op verbranding in open lucht wordt ingeschreven in Vlarem, uitgezonderd voor welomschreven doeleinden.

Inwerktreding

Deze wijzigingen treden in werking 10 dagen na publicatie. Behalve wat de wijzigingen ten gevolge van CLP betreft, deze treden in werking op 1 juni 2015. Voor de strenger wordende voorschriften voor bestaande inrichtingen zijn er wel overgangsbepalingen voorzien.

Meer info