Re-integratie van arbeidsongeschikte werknemers

Minister van Werk Kris Peeters en Minister van Sociale Zaken Maggie De Block ondernemen actie om het aantal mensen dat langdurig afwezig blijft van het werk, of dat omwille van ziekte niet aan het werk is, te ondersteunen en terug te begeleiden naar werk. Daartoe verschijnen op 24/11/2016 twee nieuwe KB’s die in werking treden op 1 december 2016. Doel is om via een re-integratietraject (langdurig) zieken/arbeidsongeschikte werknemers te ondersteunen en te begeleiden naar (aangepast) werk.

KB Minister van Werk: re-integratie voor werknemers

Het Koninklijk besluit van 28 oktober 2016 tot wijziging van het koninklijk besluit van 28 mei 2003 betreffende het gezondheidstoezicht op de werknemers wat de re-integratie van arbeidsongeschikte werknemers betreft.

Dit KB voert het re-integratietraject toe aan het KB van 28 mei 2003 betreffende het gezondheidstoezicht op de werknemers. Doel is om de arbeidsongeschikte werknemer zo veel als mogelijk zijn werk te laten hervatten via een (progressieve) re-integratie bij zijn eigen werkgever. De arbeidsgeneesheer speelt hierin een belangrijke rol, als aanspreekpunt voor werkgever en werknemer. Samen met de multidisciplinaire collega’s van de interne of externe dienst (ergonoom, psycholoog … ).

Voor het opstarten van dit re-integratietraject zijn er 3 mogelijkheden

  1. De werknemer of zijn behandelende arts kunnen ongeacht de duur van de arbeidsongeschiktheid vragen om een re-integratietraject op te starten;
  2. De adviserend geneesheer van de mutualiteit zal nagaan of een werknemer in aanmerking komt voor een re-integratietraject, ten laatste 2 maanden na aangifte arbeidsongeschiktheid. Indien zo, speelt hij het dossier door aan de arbeidsgeneesheer;
  3. De werkgever kan zelf vragen om een re-integratietraject op te starten ten vroegste vanaf 4 maanden arbeidsongeschiktheid.

Nadien volgt een beoordeling door de arbeidsgeneesheer of re-integratietraject mogelijk is en dit na consultatie van de werknemer, behandelend geneesheer, adviserend geneesheer van de mutualiteit en eventuele preventieadviseurs psychosociale aspecten of ergonomie.

Bij een groen licht van de vorige fase, zullen werkgever en werknemer samen moeten bekijken welke concrete mogelijkheden er zijn voor aangepast werk binnen de onderneming. Indien iedereen akkoord is, komt er een re-integratieplan. Indien niet, moet dit gemotiveerd worden.

KB Minister van Sociale Zaken: Re-integratietraject voor arbeidsongeschikten zonder arbeidsovereenkomst

Het Koninklijk besluit van 8 november 2016 tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, wat de sociaalprofessionele re-integratie betreft.

Ook voor arbeidsongeschikten zonder arbeidsovereenkomst is een re-integratietraject mogelijk. Dit door een aanpassing van het KB van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen. Hier is het de adviserend geneesheer van de mutualiteit die de leiding neemt en oordeelt of iemand zonder arbeidsovereenkomst een job aankan, eventueel na een herscholing of een beroepsopleiding. Samen met de betrokkene bekijkt de adviserend geneesheer de jobmogelijkheden.

De adviserend geneesheer stelt een aanbod van re-integratieplan op en overlegt hierover met de behandelende arts. Daarna wordt de VDAB gecontacteerd. De arbeidsongeschikte persoon krijgt ook gelegenheid opmerkingen te maken op het aanbod. Eens er een akkoord is, wordt een overeenkomst opgesteld die adviserend geneesheer en betrokkene ondertekenen. Om de drie maanden voorziet de adviserend geneesheer opvolging van het reintegratietraject.

Opmaak van een re-integratieplan

De opmaak van het re-integratieplan werd al via de programmawet van 19 december 2014 ingevoerd. Er werd namelijk een nieuwe paragraaf in artikel 100 toegevoegd aan de Wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994. Daarmee werd het kader geschetst voor de opmaak van dit re-integratieplan. Dit plan moet opgemaakt worden ten laatste drie maanden na het begin van de periode van primaire arbeidsongeschiktheid (het eerste jaar van arbeidsongeschiktheid). Het doel hiervan is om de re-integratie van arbeidsongeschikte personen op de arbeidsmarkt te bevorderen. Hierbij wordt uitgegaan van wat de medewerker nog kan en niet alleen van wat hij niet meer kan (de resterende capaciteiten).

Re-integratie mogelijk in meer situaties

Werkhervatting is voor veel arbeidsongeschikte werknemers de beste weg om terug hun oude job op te nemen. Dit kon tot nu toe echter enkel mogelijk voor werknemers die minstens 50% arbeidsongeschikt zijn. Er is nu ook een mogelijkheid gecreëerd dat dit ook kan voor werknemers met een percentage van arbeidsongeschiktheid dat lager ligt dan 50%. Want de wet van 14 juli 1994 stelt dat “Wordt als arbeidsongeschikt erkend, de werknemer die een toegelaten arbeid hervat op voorwaarde dat hij, van een geneeskundig oogpunt uit, een vermindering van zijn vermogen van ten minste 50 % behoudt”.

Van kracht vanaf 1 december 2016

De 2 KB’s treden reeds in werking op 1 december 2016.

Meer informatie