Uitvoervergunning voor bepaalde persoonlijke beschermingsmiddelen

Sinds het uitbreken van de epidemiologische crisis veroorzaakt door het coronavirus SARS-CoV-2, heeft de met dat virus verbonden ziekte, COVID-19, zich snel over de hele wereld verspreid en ook het grondgebied van de Unie bereikt. Het virus verspreidt zich snel binnen de Unie en kan een enorme impact hebben op de volksgezondheid.

Beschermingsmiddelen zijn nu essentiële goederen

In dit verband is de behoefte aan persoonlijke beschermingsmiddelen zoals hieronder beschreven reeds aanzienlijk toegenomen. Gezien de aard van de producten en de huidige omstandigheden zijn dit soort beschermingsmiddelen essentiële goederen, aangezien zij noodzakelijk zijn om verdere verspreiding van de ziekte te voorkomen en de gezondheid te waarborgen van medisch personeel dat besmette patiënten behandelt.

Vergunning voor uitvoer van PBM's vereist

Sommige derde landen hebben al officieel besloten de uitvoer van persoonlijke beschermingsmiddelen te beperken. Andere hebben soortgelijke maatregelen op een meer informele basis genomen. Sommige van deze landen zijn ook traditionele leveranciers op de markt van de Unie, wat de markt van de Unie verder onder druk zet. De Commissie heeft beslist dat voor de uitvoer van persoonlijke beschermingsmiddelen een vergunning vereist is om de toereikendheid van het aanbod in de Unie te waarborgen en zo aan de essentiële vraag te kunnen voldoen.

De verplichting van een uitvoervergunning is enkel van toepassing op goederen die onder de bepaalde codes vallen en die aan de beschrijving van bijlage 1 van de verordening voldoen (bescherming tegen mogelijk besmettelijk materiaal en ter bescherming van de omgeving tegen door de gebruiker verspreid, mogelijk besmettelijk materiaal).

De Dienst Vergunningen van de FOD Economie is de bevoegde autoriteit voor het afleveren van bedoelde uitvoervergunning. Zonder deze uitvoervergunning is de uitvoer verboden.

Meer informatie

[bron: FOD Econonmie]