Elektrische fietsen

  • 11/10/2016

Elektrische fietsen winnen steeds meer aan populariteit. Met een elektrische fiets lijkt het alsof je constant met de wind in de rug fietst, wat aangenamer trappen is. Deze fiets is niet enkel populair bij ouderen die minder mobiel zijn of wat extra kracht willen. Ook steeds meer jonge mensen kopen een elektrische fiets om sneller en comfortabeler naar het werk te gaan. Bovendien komt het de mobiliteitsproblematiek en het milieu ten goede. 

3 categorieën

Elektrische fietsen worden steeds populairder. Net daarom is een goed wettelijk kader nodig. Vanaf 1 oktober 2016 maakt men een onderscheid tussen 3 categorieën waarvoor specifieke regels zullen gelden.

  1. Fietsen met een elektrische hulpmotor (≤ 250W en ≤ 25km/u) beschikken enkel over trapondersteuning en hebben geen certificaat van overeenstemming (COC) nodig.
  2. Gemotoriseerde fietsen (≤1000W en ≤ 25km/u) beschikken altijd over een trapondersteuning maar kunnen ook uitgerust zijn met een motor die aandrijfkracht kan geven zonder dat de bestuurder actief trapt. Voor deze fietsen geldt een minimumleeftijd van 16 jaar en is een certificaat van overeenstemming nodig. Wanneer de motor ook aandrijfkracht kan geven zonder trappen, is er ook een verzekering nodig.
  3. Speed pedelecs (≤4000W en ≤ 45km/u) zijn snelle elektrische fietsen waarbij de trapondersteuning niet stopt bij 25 kilometer per uur. Door zelf mee te trappen kan de bestuurder snelheden tot 45 kilometer per uur halen. Aangezien deze fietsen beschouwd worden als bromfietsen, gelden ook de verkeersregels voor bromfietsen. Zo is er een (brom)fietshelm en een rijbewijs nodig. Ze moeten ook ingeschreven worden bij de DIV en een kleine, speciale nummerplaat hebben.

Op 9 september 2016 verscheen het nieuwe KB hieromtrent in het Belgisch staatsblad.

Meer informatie

(bron: FOD Mobiliteit en Vervoer)