Het nieuwe AREI werd op 28/10 in het Staatsblad gepubliceerd

Het AREI is dood, leve de nieuwe drieling! In plaats van het oude AREI, komen er nu 3 boeken in de plaats die de technische regels voor elektrische installaties bevatten.

Indiensttreding

Het nieuwe AREI treedt overeenkomstig artikel 19 in werking op de eerste dag van de achtste maand die volgt op de maand van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad, dit is op 1 juni 2020. Dit maakt dus ook dat het oude AREI nog 7 maanden van toepassing blijft.

Het oude AREI blijft nog 7 maanden van toepassing.

Over het nieuwe AREI

Waarom deze herziening?

Het bestaande AREI dateert al van 1981 en is dus al meer dan 38 jaar oud en bovendien meermaals gewijzigd, moeilijk leesbaar en aanpasbaar. Ook was het toepassingsgebied veel te uitgebreid. Om tegemoet te komen aan deze nadelen, wordt het nieuwe AREI opgesplitst in 3 boekdelen, per type installatie (zie verder) en wordt de leesbaarheid sterk verhoogd. De nieuwe structuur van het AREI is tevens gebaseerd op deze van de geharmoniseerde Europese normen van CENELEC (zoals de IEC 60364-reeks) en de EN-normen.

Bijkomend doel van de herstructurering is het respecteren van de huidige AREI-regels, in de mate van het mogelijke, zodat de overgang zo klein mogelijk blijft. Maar hierbij wel al de wijzigingen mee te nemen waarover de werkgroepen die deze tekst opstelden, akkoord waren, zoals deze over de preventieve maatregelen tegen brand (het oude art. 104).

3 nieuwe boeken

Het nieuwe AREI, dat de technische regels bevat voor elektrische installaties, wordt verdeeld in 3 thematische boeken met elk een ander toepassingsgebied.

  • Boek 1: Elektrische installaties met lage en zeer lage spanning (wisselspanning =< 1 000 V en gelijkspanning =< 1 500 V)
  • Boek 2: Elektrische installaties met hoge spanning (wisselspanning > 1 000 V en gelijkspanning > 1 500 V)
  • Boek 3: Installaties voor het transport en de distributie van elektrische energie (netbeheerder)

Structuur van de boekdelen

Elk boek bestaat uit 9 'vaste' delen

  1. Algemene voorschriften voor het elektrisch materiaal en de elektrische installaties
  2. Begrippen en definities
  3. Bepaling van de algemene kenmerken van de elektrische installaties
  4. Beschermingsmaatregelen
  5. Keuze en gebruik van elektrisch materiaal
  6. Controles van installaties
  7. Bepalingen voor bijzondere installaties en ruimten
  8. Bijzondere voorschriften voor bestaande installaties
  9. Algemene voorschriften door personen na te leven

Deze 9 delen worden op hun beurt onderverdeeld in hoofstukken, afdelingen, onderafdelingen, .... De nummering van de artikels verdwijnt, er is geen doorlopende artikelnummering meer zoals hun het geval was, maar wel deel 1, hoofdstuk 2, afdeling X, ... En binnen een boekdeel, bvb, deel 7, regels voor de installaties en speciale locaties, wordt opnieuw een bijna identieke structuur aangehouden als deze van de geharmoniseerde normen zoals IEC 60364-7 (hoofdstuk 7.1 baden en douches, hoofdstuk 7.2 zwembaden, 7.3 sauna's, ...).

Nieuwe definities

Een heel pak definities zijn vernieuwd om onduidelijkheden uit het verleden weg te werken. Zo zijn er nieuwe definities voor:

  • huishoudelijk en niet-huishoudelijk installaties;
  • tijdelijke installaties;
  • mobiele installaties;
  • belangrijke wijziging of uitbreiding : wijziging of uitbreiding van een elektrische installatie die een bijkomende impact (nog niet afgedekt door een gelijkvormigheidscontrole) op de veiligheid van personen of goederen heeft;
  • externe invloeden, waarbij de manier van weergeven van deze invloeden op meerdere wijzen mogelijk is (plan, tabel of lijst, zie afdeling 9.1.6);
  • keuringsfrequenties (afdeling 6.5.2) : verplaatsbare, mobiele of tijdelijke elektrische installatie moeten jaarlijks ipv 13-maandelijks gekeurd worden, evenals elektrische installaties voor lage of zeer lage spanning in ontploffingsgevaarlijke zones (hoofdstuk 7.102). De frequentie voor de keuring van gewone niet-huishoudelijke elektrische laagspanningsinstallaties blijft op 5 jaar, voor huishoudelijke op 25 jaar (afdeling 6.5.2). Mobiele installaties omvatten ook deze aan boord van voertuigen en aanhangwagens, zie hoofdstuk 7.101.

Of totaal nieuwe definities zoals voor:

  • veiligheidsslot: de definitie geeft weer wat het vooral niet is, namelijk een slot dat met een universele sleutel of handgereedschap (tang, schroevendraaier) kan geopend worden. Voorbeelden van sloten die geen veiligheidsslot zijn: dubbelbaardslot, driekantslot, vierkantslot, …
  • evacuatieplan, lijst van de evacuatiewegen en de moeilijk evacueerbare ruimten: lijst die de ruimten aangeeft waarvan hun evacuatie door de vorming van rook bij brand kan beïnvloed worden (belangrijk voor de veiligheidsstroombanen, zie verder).

Inhoudelijke wijzigingen

Naast een heel grondige herstructurering werden er ook inhoudelijke wijzigingen aangebracht ten aanzien van de huidige tekst:

  • herziening van artikel 104 van het huidige AREI betreffende de voorzorgsmaatregelen tegen brand, als antwoord op problemen die zich in de praktijk voordoen en het feit dat elektrische kabels of leidingen die in gebouwen verwerkt worden, vallen onder de bouwproductenverordening. Als gevolg daarvan worden deze kabels sinds juni 2016 voor hun brandgedrag ingedeeld op basis van EN 50575;
  • wijziging van sommige artikelen van het huidige AREI (3, 16, 17, 19, 28, 46,159, 164, 174, 174bis en 266 tot 274) d.w.z. de voorschriften betreffende de inhoud van de schema’s  en plannen, de uitwendige invloeden, de luchtlijnen, de controle van de elektrische installaties, …;
  • de integratie van de bestaande ministeriele uitvoeringsbesluiten van het AREI en nota's aan de erkende organismen .

Kritische en veiligheidsinstallatie (hoofdstukken 5.5 en 5.6 van boek 1)

De vitale circuits verdwijnen en 2 nieuwe types installaties verschijnen, namelijk kritische en veiligheidsinstallatie.

  1. De veiligheidsinstallatie met zijn bijbehorende veiligheidsstroombaan is vergelijkbaar met de vroegere vitale circuits. De veiligheidsinstallatie bevat een veiligheidsvoeding die is voorzien om het functiebehoud van de veiligheidsverbruikers te garanderen bij het uitvallen van de normale bron bij een brand of bij een elektrische fout.
  2. Een kritische installatie daarentegen is een elektrische installatie samengesteld uit de kritische verbruiker, zijn stroombaan en zijn vervangingsbron. Daarbij is de vervangingsbron een elektrische bron voorzien om de voeding van een elektrische installatie of gedeelten van deze installatie of een toestel, om anderen redenen dan deze van de veiligheid van personen, bij het uitvallen van de normale bron te garanderen. Voorbeelden van kritische installaties zijn een productielijn, serverlokaal, controlezaal, gebouw voor industriële veehouderij, …

Nieuw is ook dat de uitbater of zijn afgevaardigde een risicoanalyse van de veiligheidsinstallaties moet uitvoeren. Om te bepalen welke installaties veiligheidsinstallaties dienen te zijn, hun tijd van functiebehoud (het AREI schrijft deze tijd niet meer restrictief voor zoals nu het geval is op 1 uur) en om de kenmerken van de veiligheidsbronnen vast te leggen. Ook voor een kritische installatie moet een risicoanalyse worden uitgevoerd door de uitbater of zijn afgevaardigde. Hierbij moet rekening gehouden worden met het functiebehoud bij een elektrische fout, bij een brand of door het uitvallen de elektrische installatie door uitwendige invloeden.

De term 'risicoanalyse' wordt meer gebruikt

Alleen al in deel 1 wordt de term 'risicoanalyse' 40 keer gebruikt. Dit is een pak meer dan in het oude AREI. En geeft dus een pak meer werk voor de uitbaters (werkgevers) maar ongetwijfeld ook voor de preventieadviseurs.

Maar let op, vaak gaat het over een uitbreiding van de verplichtingen, waarbij de regels in het AREI slechts een minimum vormen.

Zo staat er bijvoorbeeld in de onderafdeling voor bescherming tegen brand de volgende zin: "De uitbater of zijn afgevaardigde kan op basis van een risicoanalyse of wettelijke eisen bepalen dat andere ruimten, die niet door de tabel 4.10. bedoeld worden en waarvan de evacuatie van deze ruimten door de vorming van rook bij brand kan beïnvloed worden, het voorschrift van punt a. van onderafdeling 4.3.3.7. moeten respecteren." In andere gevallen zijn het wel onoverkomenlijke risicoanalyses zoals de reeds vermelde analyse van veiligheidsinstallaties.

Bijkomende toekomstige ontwikkelingen

Met deze herstructurering is het einde van de evolutie van het AREI nog niet in zicht. Er staan nog meerdere topics op de 'wishlist' van de diverse werkgroepen, zoals een aanpassing van de externe invloedsfactoren aan de Europese normen of nog een uitbreiding van deel 7 voor speciale installaties zoals de toevoeging van regels voor lokalen voor medisch gebruik, zonnepaneelinstallaties, laadpalen voor elektrische voertuigen, ...

Nieuwe of bestaande installaties - overgang

Voor de bestaande laagspanningsinstallaties gelden alle delen van boek 1. Voor nieuwe installaties, dit zijn installaties waarvan de uitvoering, wijziging of uitbreiding wordt begonnen na de inwerkingtreding van dit besluit, wordt deel 8 van boek 1 uitgesloten. Voor bestaande hoogspanningsinstallaties geldt hetzelfde principe : alle delen van boek 2 zijn van toepassing. En deel 8 is ook niet van toepassing voor nieuwe hoogspanningsinstallaties. Idem voor bestaande en nieuwe installaties voor transmissie en distributie van elektrische energie en boek 3.

Andere overgangsmaatregelen

Overeenkomstig artikel 8 gelden de voorzorgsmaatregelen tegen brand in de delen 4 en 5 van de boeken 1 en 3 voor de kabels ten behoeve van communicatie en informatietechnologie, van signalisatie of bediening, die in de elektrische installaties van de boeken 1 en 3 geïntegreerd worden en waarvan de uitvoering, wijziging of uitbreiding werd begonnen na 4 september 2013.

Artikel 17 strekt tot de opheffing van het KB van 10 maart 1981 en van een reeks verwante (vooral ministeriële) besluiten. De inhoud van die ministeriële besluiten is geïntegreerd in het nieuwe AREI.

Concordantietabel oude-nieuwe artikels

Overeenkomstig artikel 18 moeten verwijzingen naar het KB van 10 maart 1981 worden gelezen als verwijzingen naar de toepasselijke bepalingen van het nieuwe AREI. Daartoe bepaalt artikel 18 via bijlage 4 het verband tussen het oude AREI en de drie nieuwe Boeken door middel van concordantietabellen. Deze concordantietabellen zullen ook beschikbaar zijn op de website van de Federale Overheidsdienst Economie.

Meer informatie

  • Koninklijk besluit van 8 september 2019 tot vaststelling van Boek 1 betreffende de elektrische installaties op laagspanning en op zeer lage spanning, Boek 2 betreffende de elektrische installaties op hoog-spanning en Boek 3 betreffende de installaties voor transmissie en distributie van elektrische energie | Belgisch Staatsblad