De controles die de Federale Milieu-Inspectie verricht moeten een einde maken aan gevaren of hinder voor gezondheid of milieu. Ze hebben ook een ontradend, educatief en preventief effect. Daarnaast draagt het naleven van de wetgeving bij tot het scheppen van omstandigheden voor eerlijke concurrentie.
Meer bepaald controleert de Federale Milieu-Inspectie het in de handel brengen van:
en verricht zij verschillende soorten controles op:
Daarnaast houdt de Federale Milieu-Inspectie toezicht op:
Andere soorten inspecties worden door de FOD georganiseerd, bijvoorbeeld voor:
De Federale Milieu-Inspectie treedt op:
in het raam van een (inspectie)campagne
Ten slotte neemt de Federale Milieu-Inspectie de noodzakelijke initiatieven en inspectiemaatregelen wanneer zij een klacht ontvangt, bijvoorbeeld via het contact center.
In 2018 spitsten de routinecontroles i.v.m. biociden zich toe op producten verkocht in supermarkten, doe-het-zelfzaken, discounters en gespecialiseerde winkels. De maatschappelijke zetels van meerdere leveranciers en groothandelaars werden eveneens geïnspecteerd.
De controles waren bedoeld om:
In de loop van 2018 bezocht de Federale Milieu-Inspectie 676 ondernemingen.
Van die 676 ondernemingen waren er 180 in overtreding, wat neerkomt op 27 %.
144 verwittigingen werden afgeleverd en 36 processen-verbaal werden opgesteld.
Inbreuken op de Wet Productnormen (Koninklijk besluit betreffende de controles op de productnormen van 02 juli 2014) kunnen strafrechtelijk of administratief vervolgd worden. In strafzaken worden vervolgingen ingesteld door het openbaar ministerie, en er wordt een rechterlijke beslissing genomen in de zaak. De strafprocedure sluit een administratieve boete uit.