Tewerkstelling preventieadviseur bij tijdelijke werkloosheid

We kregen van heel wat vragen over het statuut van de preventieadviseur bij tijdelijke werkloosheid en lockdown. Kan ook de preventieadviseur nu werkloos worden?

Tijdelijke werkloosheid

De federale overheid nam aangaande tijdelijke werkloosheid ten gevolge van de Covid-19 crisis de beslissing om de erkenning hiervan administratief te vereenvoudigen. Voor meer informatie hierover kan je terecht op de website van de RVA of bij de verschillende vakbonden.

Extra werk voor de preventieadviseur

In het geval van een crisis zoals de huidige gaan wij ervan uit dat er in heel wat ondernemingen/sectoren extra werk op de interne dienst/preventieadviseur af komt. Gaande van bijkomende richtlijnen uitwerken, informatie zoeken, de situatie inschatten, wettelijke richtlijnen opvolgen, adviseren,... . We hopen dat de verschillende ondernemingen/organisaties bij het nemen van eventuele beslissingen inzake bezetting hiermee rekening houden. Ook wanneer deze crisis (en beperkende maatregelen) voorbij is zal er wellicht extra nood zijn aan extra maatregelen. Dergelijke zaken vragen een goede voorbereiding. Dit pleit er dus voor om de werktijd van de preventieadviseur momenteel niet te reduceren. Wij raden u dan ook aan om deze zaken voor te leggen aan het CPBW.

Wijziging van de effectieve personeelsbezetting

De welzijnswetgeving bepaalt de verplichte normering inzake een interne preventiedienst/preventieadviseur. Deze normen verschillen naar gelang de aard van het bedrijf en de specifieke activiteiten. Hierbij wordt eveneens rekening gehouden met het aantal werknemers in dienst van de onderneming. Vanuit deze benadering is het dan ook niet geheel onlogisch dat wanneer de effectieve personeelsbezetting plots drastisch wijzigt dit ook gevolgen kan hebben op de grootte van de interne dienst en/of de inzet van de interne preventieadviseur. Maar zoals hierboven reeds aangegeven wordt er hierbij best ook rekening gehouden met de impact van Covid-19 op de onderneming zelf.

Toelichting van Toezicht Welzijn op het Werk

Een bedrijf van de groep A/B/C dient volgens de wettelijke bepalingen te beschikken over een preventieadviseur met minimaal een aanvullende vorming van het eerste/tweede niveau/basiskennis.

Als er nog activiteiten (*) zijn in het bedrijf en men stuurt de preventieadviseur volledig op tijdelijke werkloosheid dan is de preventieadviseur niet meer beschikbaar om zijn wettelijke taken uit te voeren. Dit is noodzakelijk omdat er nog werknemers actief zijn in het bedrijf.

Dit is een inbreuk van art. II.1-16, §2 van de codex over het welzijn op het werk.

In geval er nog personeel aan het werk is, mag de preventieadviseur dus niet volledig op tijdelijke werkloosheid gezet worden.

(*) te lezen als: activiteiten in werkplaatsen, onderhoudsateliers, op bouwplaatsen, productiehallen, … Het gaat niet om de werknemers die nu van thuis werken.

Voorbereiding voor na de crisis

Als de onderneming echter nog op normale bezetting blijft draaien, maar deze laat gebeuren door middel van thuiswerk lijkt het ons helemaal niet logisch om aan de inzet van de interne dienst/preventieadviseur wijzigingen aan te brengen. In het geval van een volledige lockdown kan er ook deze inzet gewijzigd worden. Ook al lijkt het aangewezen dat de werkgever best samen met de dienst/adviseur de nodige maatregelen treft voor bij de heropstart na de crisis. Kwestie van ervoor te zorgen dat er op die eerste dag niet moet geïmproviseerd worden.

Overlegorganen betrekken

Wat de overlegorganen die betrokken zijn bij welzijn op het werk betreft, lijkt het aangewezen dat de werkgever hen op voorhand inlicht over de maatregelen die worden genomen. Dit neemt niet weg dat het ondernemingshoofd in geval van hoge nood/crisis best per direct de nodige maatregelen neemt ter bescherming van de medewerkers (en eventuele bezoekers/onderaannemers). Mogelijks impacteert deze beslissing dan ook de bezetting van de preventieadviseur/interne dienst. Het ondernemingshoofd houdt hierbij best rekening met de gevolgen hiervan op de werking van de overlegorganen en de syndicale relaties.

We adviseren werkgevers dus in elk geval de leden van het CPBW te informeren en te raadplegen. Indien dit niet voorafgaandelijk kan, gebeurt dit nadien best zo snel als mogelijk.

Conclusie

In principe kan, in functie van de effectieve bezetting in een onderneming, de tewerkstelling van de preventieadviseur door tijdelijke werkloosheid gewijzigd worden. Gezien echter de cruciale rol van de preventieadviseur in crisistijden zoals nu, is dit allerminst aan te raden, zeker wanneer er nog personeel aan het werk blijft, maar ook bij een eventuele sluiting om de periode na de crisis te kunnen voorbereiden. Prebes pleit er dan ook voor de rol van de preventieadviseur in deze periode zeker niet te reduceren.

We adviseren in elk geval om de overlegorganen die betrokken zijn in het welzijn van werknemers te raadplegen en grondig te overleggen over de rol en noodzaak van de preventieadviseur in deze periode.