Advies Hoge Raad wijzigingen bedrijfsbezoeken en beleidsadvies

De Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk (Hoge Raad) formuleerde op vraag van de Minister van Werk een advies betreffende het ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van de codex over het welzijn op het werk wat de bedrijfsbezoeken en het beleidsadvies betreft.

Noodzakelijke aanpassingen

De voorgestelde aanpassingen zijn gebaseerd op een aantal vaststellingen van de inspecteurs van de Algemene Directie Toezicht op het welzijn op het werk wat de bedrijfsbezoeken en het beleidsadvies betreft.

Ook voorstellen uit een eerder advies op eigen initiatief nr. 215 van 31 juli 2018 van de Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het Werk betreffende de tarieven en de prestaties van de externe diensten voor preventie en bescherming op het werk werden in rekening genomen.

Ten slotte vormen deze aanpassingen een noodzakelijk laatste luik om artikel II.3-27 van de codex m.b.t. de bedrijfsbezoeken in lijn te brengen met de gewijzigde tariefregeling voor de externe preventiediensten.

Overdracht bij wijziging externe dienst

De Hoge Raad vraagt dat de termijn van overdracht van de documenten die door de externe dienst bewaard worden, bij verandering van externe dienst, wordt gespecificeerd. Het voorstel is om deze termijn vast te leggen op maximaal 3 maanden. Het zou immers nadelig zijn voor de externe dienst én voor de onderneming als de overdracht van de documenten door de vorige externe dienst te lang op zich laat wachten.

Betrokkenheid van het Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk

De Hoge Raad onderschrijft dat het jaaractieplan, waarover het advies van het Comité moet worden gevraagd, moet worden gesteund op het geactualiseerd beleidsadvies. Het is volgens de Hoge Raad essentieel dat de werknemers op de hoogte zijn van de risico’s in de onderneming en het beleid dat hierover gevoerd wordt, ook in kleine ondernemingen waar er geen Comité aanwezig is. De Hoge Raad vraagt dan ook dat het Comité sterk wordt betrokken bij het beleidsadvies en in elk geval kan beschikken over het beleidsadvies.

Aandacht voor sectorspecifieke risico’s

Het beleidsadvies moet in de eerste plaats aandacht hebben voor de specifieke risico’s in de onderneming. Het voorstellen van de 5 prioritaire risico’s in de onderneming dient te gebeuren op basis van de risico’s die in de individuele onderneming worden vastgesteld. De Hoge Raad benadrukt echter dat de risico’s in verschillende ondernemingen uit dezelfde sector vaak zeer gelijkaardig zijn. De Hoge Raad is dan ook van mening dat er daarnaast voldoende aandacht moet zijn voor het vaststellen en evalueren van sectorspecifieke risico’s. De Hoge Raad onderschrijft dat de informatie die de externe dienst moet bezorgen aan de werkgever betrekking heeft op de gevaren die verbonden zijn aan de sector en/of de onderneming en dat de persoon die het bedrijfsbezoek uitvoert, vertrouwd moet zijn met de specifieke risico’s en preventiemaatregelen in de sector.

De Hoge Raad is van mening dat de externe dienst een belangrijke rol heeft wat betreft de evaluatie van sectorspecifieke risico’s. Aangezien bedrijven van eenzelfde sector een beroep doen op verschillende externe diensten, is een vlotte samenwerking tussen de externe diensten in de evaluatie van sectorspecifieke risico’s belangrijk.

Het advies van de Hoge Raad wordt overgemaakt aan de Minister van Werk.

Meer informatie