Nieuwe brandweerrichtlijnen voor kwalitatief en uniform advies

De Vlaamse brandweer heeft twee nieuwe richtlijnen afgerond met het oog op een kwalitatieve en uniforme adviesverlening door de verschillende hulpverleningszones. Het gaat om een richtlijn voor opvang van bluswater en een richtlijn voor opslagplaatsen voor gevaarlijke goederen.

Richtlijn opvang bluswater

Artikel 4.1.7.2. van Vlarem II stelt dat bovengrondse tanks of vaten die gevaarlijke vloeistoffen bevatten in een inkuiping geplaatst moeten worden. Het vereiste inhoudsvermogen van de inkuiping is gebaseerd op de inhoudsvermogens van de in de inkuiping geplaatste tanks of vaten. Daarnaast stelt artikel 4.1.12.1. §1 1° dat de exploitant van een ingedeelde inrichting de nodige maatregelen moet nemen om te voorkomen dat accidenteel verspreide stoffen en verontreinigd bluswater rechtstreeks naar het grondwater, een openbare riolering, een waterloop of een verzamelplaats van oppervlaktewateren worden afgevoerd. De opvangcapaciteit voor bluswater dient bepaald te worden volgens een code van goede praktijk, in overleg met de brandweer.

In Vlarem II wordt niet vastgelegd hoe de capaciteit voor bluswateropvang berekend dient te worden, noch de wijze van opvang.

Om een uniforme adviesverlening te kunnen aanbieden, hebben de hulpverleningszones een algemene richtlijn omtrent bluswateropvang opgemaakt die de wijze van opvang en de bepaling van de opvangcapaciteit specificeert.

Naast een richtlijn werd ook een toelichting bij de richtlijn opgemaakt.

Daarnaast werden recent ook Beste Beschikbare Technieken (BBT) bepaald voor inkuiping en vul- en loszones bij bovengrondse opslag van gevaarlijke of brandbare vloeistoffen beschikbaar op de emis-vito website.

Richtlijn opslagplaatsen voor gevaarlijke goederen

De voorschriften opgenomen in deze richtlijn hebben tot doel in de opslagplaatsen voor gevaarlijke goederen:

  • Het ontstaan, de uitbreiding en de voortplanting van brand te voorkomen
  • De veiligheid van de aanwezige personen te verzekeren
  • De interventie van de brandweer te faciliteren
  • De risico’s voor de volksgezondheid, de omgeving en het milieu te beperken

Naast een overzicht met welke gevaarlijke stoffen en goederen in beschouwing genomen worden in deze richtlijn, zijn de opslagplaatsen in drie categorieën (type X, Y of Z) onderverdeeld afhankelijk van de aard van de gevaarlijke stoffen en de (brand)risico’s naar de omgeving toe. Voor type Z gelden meestal de generieke eisen bepaald in Bijlage 6 van het KB van 7 juli 1994.

De richtlijn bepaalt o.a. de stabiliteitseisen bij brand van de structurele elementen type I, de grootte van de compartimenten, brandweerstand van compartimentswanden,… Ook de noodzakelijkheid van actieve brandbeveiliging installaties zoals detectie-, waarschuwings- en alarminstallaties , RWA, automatische blusinstallaties enz. zijn opgenomen in de richtlijn.

Verder zijn de bijkomende eisen voor evacuatie, bereikbaarheid en toegankelijkheid voor de hulpploegen, blusmiddelen en bluswatervoorzieningen opgenomen. Een aparte paragraaf behandelt de eisen gesteld aan PV-installaties die zich zouden bevinden op het dak van opslagplaatsen van gevaarlijke goederen.

Naast de richtlijn is er ook een toelichting beschikbaar.

Deze laatste richtlijn viel ook in de prijzen van Fireforum voor de categorie “Brandveiligheid bouwprojecten: renovatie of nieuwbouw”.

Meer informatie

[Bron: Fireforum]