De angst voor escalatie weerhoudt velen ervan een conflict aan te gaan. "Maar gezonde conflicten met open debat en kritische gesprekken, bevorderen zowel persoonlijke als organisatorische groei", zegt Verstraete.
Er bestaat zoiets als een 'conflictcontinuüm': "Het is een schaal van conflictvormen. Aan de ene kant heerst kunstmatige harmonie: men vermijdt conflicten uit angst iemand te kwetsen. Aan de andere kant heerst verbaal en fysiek geweld, wat evenmin wenselijk is."
Mensen zwijgen vaak, in de overtuiging dat dit de beste manier is om de vrede te bewaren. Maar die stilte werkt averechts. "Als je iets niet benoemt, blijft het onder de oppervlakte sudderen. Zo creëren we een kunstmatige harmonie, terwijl er onder tafel een etterbuil groeit", waarschuwt Verstraete. "Vroeg of laat zal die barsten. Tegen die tijd is de schade vaak al te groot."
Ook op individueel niveau heeft het impact. "Je frustraties en irritaties inslikken, vreet energie. Dat is voor velen niet vol te houden, met uitval als mogelijk gevolg. Toch is je mond opendoen makkelijker gezegd dan gedaan", erkent Verstraete.
Er spelen verschillende factoren een rol. Men onderscheidt hierbij 3 niveaus:
Er moet op de meerdere niveaus tegelijk worden ingegrepen. Losse initiatieven zoals een fruitmand of yogales veranderen weinig zonder een bredere, doordachte aanpak. Mensen moeten vrijuit kunnen spreken zonder angst voor negatieve gevolgen. Tegenspraak is dus nodig om vooruit te komen.
"Goede teams durven elkaar scherp aan te spreken, maar blijven samenwerken. Respect en de juiste intenties zijn de sleutel", besluit Verstraete.