In binnenlucht bestaan er drie groepen vervuilers of polluenten: partikels, gassen en pathogenen. De schadelijkheid van elke polluent varieert sterk binnen elke groep. Voor partikels kan dit bvb. uiteenlopen van zeezout dat door de wind wordt aangedragen tot een achtergrondconcentratie van asbestvezels.
De grotere partikels worden nog door onze luchtwegen tegengehouden, maar hoe kleiner dat partikel, hoe dieper dat doordringt, tot in onze organen en bloedsomloop. De gevaarlijkste gasvormige vervuilers zijn formaldehyde, stikstofdioxide en ozon. En sinds de coronacrisis in 2020 is iedereen zich goed bewust van het gevaar van pathogenen verspreid door aerosolen. Deze aerosolen zijn minuscule druppeltjes die door hun geringe grootte lang in de lucht kunnen blijven hangen.
Een belangrijk wapen in het bestrijden van ademhalingsaandoeningen verspreid via aerosolen, is de relatieve luchtvochtigheid. Deze ligt ideaal tussen 40 en 60%. Hoe hoger de luchtvochtigheid, hoe minder vocht de aerosolen verliezen, waardoor ze sneller neerdalen. Een te hoge luchtvochtigheid leidt dan weer naar het ontstaan van schimmels of zelfs legionella.
Er bestaan verschillende technologieën voor luchtzuivering. Hierbij is het telkens belangrijk dat het toestel naar behoren werkt, maar dat het ook geen slecht invloed heeft op de binnenluchtkwaliteit. Sommige toestellen kunnen bvb. ozon produceren. Welk toestel het beste is, hangt af van de CADR (Clean Air Delivery Rate). De vereiste CADR per ruimte hangt af van de grootte van de ruimte en hoeveel mensen er tegelijk tewerkgesteld worden.