Lode werkt sinds 2000 bij IDEWE en heeft bijna dertig jaar ervaring. Tevens is hij professor aan de universiteit, divisie milieu en gezondheid. Hij zag het belang van re-integratie sterk toenemen, mede onder impuls van beleidsmakers op federaal en Vlaams niveau. Toch leeft er bezorgdheid: het huidige regeerakkoord (2025) benadrukt controle en sanctie, wat volgens velen een contraproductieve insteek is. Bij re-integratie botsen vaak verschillende belangen. Werkgevers hopen op een snelle terugkeer, terwijl werknemers soms nog beperkingen ervaren. Hierdoor ontstaat een zwart-witdenken dat de realiteit miskent. Er is nood aan meer nuance, open communicatie en een aanpak die ruimte biedt voor maatwerk en samenwerking. Het luisteren naar zowel werknemer als leidinggevende is daarbij cruciaal, net als het respecteren van de draagkracht van het team.
Hij geeft het belang van preventieadviseurs alsook HR-medewerkers aan tijdens het gesprek. Zij kunnen een cultuur van veiligheid en vertrouwen bevorderen, waarin medewerkers hun grenzen durven aangeven. Door een modererende rol op te nemen tussen leidinggevende en werknemer, kunnen zij oplossingen faciliteren. Preventie zou een structureel onderdeel van het beleid moeten zijn, eerder dan louter een noodmaatregel bij uitval, volgens Lode. Vroegtijdig signaleren en inspelen op signalen van overbelasting is essentieel om langdurige uitval te voorkomen. Preventieadviseurs moeten bij voorkeur ‘onzichtbaar aanwezig’ zijn – alert en nabij zonder opdringerig te zijn. Ergonomische en psychosociale factoren verdienen daarbij bijzondere aandacht. De betekenis die medewerkers aan hun werk geven, hun ontwikkelingsmogelijkheden en de relatie met collega’s en leidinggevenden bepalen in sterke mate hun welzijn.
Re-integratie stopt niet bij de terugkeer naar het werk. In veel organisaties valt men na enkele weken terug in oude patronen. Duurzame re-integratie vraagt om opvolging, evaluatie van gemaakte afspraken én aandacht voor de impact op collega’s. Niet de medische diagnose, maar het functioneren van de medewerker staat daarbij centraal. Vertrouwen vormt de basis voor een open dialoog waarin oplossingen ontstaan.Toch is re-integratie lang niet altijd eenvoudig. Er zijn vier grote categorieën die een terugkeer kunnen bemoeilijken die Lode toelicht in deze aflevering. Een goede risicoanalyse helpt hierbij om problemen tijdig te ondervangen. Wat re-integratie in de kern bevordert, is contact met het werk. Onderzoek toont aan dat dit – los van het type aandoening of land – dé bepalende factor is voor succesvolle en duurzame terugkeer. Menselijke relaties spelen hierbij een sleutelrol. Contact houden tijdens ziekte zou net zo normaal moeten zijn als bij andere relaties. Leidinggevenden vrezen soms te controlerend over te komen, maar medewerkers verwachten net die betrokkenheid.
Cijfers, zoals afwezigheidspercentages, worden vaak gebruikt om de effectiviteit van het re-integratiebeleid te meten. Maar cijfers op zich zeggen weinig zonder de bereidheid om erin te investeren. Het doel moet niet zijn om de cijfers zo laag mogelijk te houden, maar om het welzijn en de aanwezigheid van medewerkers te bevorderen. Communicatie, betrokkenheid en welbevinden zijn belangrijker dan statistieken. Zijn visie is helder: re-integratie is geen stap ná de behandeling, maar een essentieel onderdeel ervan. Zijn missie is om mensen op een respectvolle en constructieve manier te begeleiden in hun terugkeer naar werk.