Elektrische wagens opladen

  • 17/10/2019

Wie elektrische voertuigen gebruikt, kan uiteraard niet zonder laadpalen. Waarop moet je letten bij de keuze en installatie van laadinfrastructuur?

Vermogen van de elektrische installatie

Het beschikbare vermogen van de elektrische installatie waarop het laadpunt is aangesloten, kan een beperkende factor zijn in het laadproces. Het is belangrijk om het vermogen van je elektrische installatie te kennen en, indien nodig, te verzwaren.

Geschikte laadstroom

Het net levert wisselstroom. De batterijcellen in de wagen worden echter gevoed met gelijkstroom. Batterijsystemen werken immers op gelijkstroom. Ofwel wordt de wisselstroom van het net door de batterijlader omgezet in gelijkstroom, ofwel gebeurt dat door het laadpunt zelf. Welke laadstroom is nu echter geschikt om je elektrisch voertuig mee op te laden?

Juiste laadkabel

Een laadkabel brengt de netstroom tot in de wagen. De laadkabel beschikt aan de ene zijde over een connector (aan te sluiten op het stopcontact van de wagen) en aan de andere zijde over een stekker (aan te sluiten op het stopcontact van het laadpunt).

Juiste laadpaal

Er zijn twee grote groepen laadpalen: de 'gewone' laadpalen voor mode 3-laden en de snellaadstations voor mode 4-laden. Om een goed voorstel te maken, is het belangrijk om een correct beeld te hebben van de situatie waarin de laadinfrastructuur geplaatst zal worden, en ook rekening te houden met de verwachtingen van de gebruiker.

Meer weten?

[bron: Elektricien]