Stijgende werkdruk in bijna alle sectoren

Bijna 4 op 10 (37,6%) werknemers kampen met hoge werkdruk, zo rapporteert SERV, Stichting Innovatie & Arbeid, op basis van cijfers uit een grootschalige bevraging in 2019. Dat is een stijging met een vijfde tegenover 2004 (31%).

Steeds meer werkdruk

De SERV brengt sinds 2004 de werkbaarheid van jobs in Vlaanderen in kaart aan de hand van een grootschalige bevraging. De werkbaarheid wordt daarbij gemeten aan de hand van 4 indicatoren: werkstress, motivatie, leermogelijkheden en werk-privébalans.

In een nieuw rapport op basis van de meting in 2019 wordt de werkdruk onder de loep genomen. Bijna vier op de tien (37,6%) werknemers kampen met hoge werkdruk, zo blijkt. Dat is een stijging met een vijfde tegenover 2004 (31%).

Vooral zorg- en onderwijsfuncties

Het valt op dat in alle deelgroepen van de werkbaarheidsenquête (geslacht, leeftijd, sector, beroep, ondernemingsgrootte) een vrij grote groep hogere werkdruk signaleert. Toch zijn er ook verschillen tussen de deelgroepen. Zo rapporteren vrouwen (39,5%) meer werkdruk dan mannen (35,2%). De werkdrukcijfers liggen het hoogst bij directie- en middenkaderfuncties (53,1% en 42,8%), de grootste stijging zien we tussen 2013 en 2019 bij zorg- en onderwijsfuncties (van 28,3% naar 44,7% en van 25,6% naar 40,8%). Bij de sectoren is er bijna overal een stijging (met uitzondering van bouw en textiel). De hoogste cijfers zien we in de financiële sector (45,7%).

Hoog tijd voor een werkstresspreventiebeleid

De SERV ging in gesprek met een aantal bevoorrechte getuigen om te zien hoe ondernemingen een effectief werkstresspreventiebeleid kunnen opstarten. Dit waren de conclusies:

  1. Werkstress kan het best aangepakt worden op het niveau van de hele onderneming. Daarbij is een draagvlak nodig van het management tot op de werkvloer. Er is ook nood aan een all-in-aanpak of integrale aanpak waarbij alle acties op elkaar zijn afgestemd en aansluiten bij de resultaten van de vooraf opgezette risicoanalyse. Losse initiatieven die zich richten op individuele ondersteuning zijn minder effectief of hebben soms zelfs ongewenste effecten.
  2. Een integrale aanpak opzetten is niet eenvoudig. Het is voor ondernemingen vaak moeilijk om inzicht te krijgen in wat werkdruk en werkstress precies betekenen op hun werkvloer. Vaak wordt het pas echt zichtbaar en concreet als er zich problemen voordoen en de gevolgen zichtbaar worden door verloop, burn-out, absenteïsme of moeizame rekrutering.
  3. Ondernemingen weten vaak niet goed welke expertise nodig is en hoe die externe expertise te kiezen om hen bij te staan in het preventietraject. Met een betere certificering of kwalificatie zou het duidelijker zijn wie welke expertise heeft en wie met een geïntegreerde aanpak werkt.
  4. Integrale trajecten met een degelijke risicoanalyse en een kwaliteitsvol traject lopen vaak over verschillende jaren. Daarom zouden stimulansen die ook langdurige trajecten ondersteunen welkom zijn.

Meer informatie

  • Stijgende werkdruk in bijna alle sectoren: met all-in-aanpak kunnen ondernemingen er iets aan doen | SERV
  • Hoe maak je werk van een stresspreventie beleid? | Prebes Kenniscentrum
  • Burn-out: Hoe kunnen werkgever en werknemer zich er samen tegen wapenen? | Veiligheidsnieuws
  • Deconnectie | Prebes Kenniscentrum
Bron: SERV