Welzijnswetgeving als wettelijke basis voor vaccinatie?

Wanneer de overheid in de toekomst zou willen opteren voor een vaccinatieplicht voor bepaalde beroepsgroepen vanuit het oogpunt van de bescherming van kwetsbare groepen, of ruimer nog, voor ieder individu, wordt deze vaccinatieplicht best geregeld via een regelgeving die de bescherming van de volksgezondheid beoogt, en niet via de welzijnswetgeving. Dat stellen Valerie Vervliet en Nadine Gilis in Arbeidsrecht Journaal. Daarvoor geven zij een aantal treffende argumenten.

Verplichte vaccinatie hepatitis B

De wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk en de uitvoeringsbesluiten ervan, gebundeld in de codex over het welzijn op het werk, beogen de bescherming van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers zelf ingevolge de uitvoering van hun werk. Zo beoogt de verplichte vaccinatie tegen hepatitis B de bescherming van de werknemer die tijdens de uitvoering van zijn werk een verhoogd risico heeft op blootstelling aan hepatitis B.

De welzijnswetgeving legt dan ook aan de werkgever de verplichting op de (mogelijk) blootgestelde werknemers te vaccineren om ervoor te zorgen dat ze geen besmetting oplopen tijdens hun werk. Weigert een werknemer zich te laten vaccineren, of zijn er medische redenen die verhinderen dat een werknemer zich laat vaccineren, dan zal de werkgever deze werknemer niet langer mogen tewerkstellen in een functie waar hij aan dit virus kan worden blootgesteld. 

Bescherming van de werknemer

De welzijnswetgeving heeft niet als doel heeft om de (kwetsbare) derden te beschermen waarmee werknemers tijdens de uitvoering van hun werk in contact komen, zoals patiënten, bewoners van rusthuizen, enz. Deze wetgeving doelt enkel op de bescherming van de werknemer.

Bescherming van kwetsbare groepen

Als de doelstelling inderdaad hoofdzakelijk de bescherming van kwetsbare groepen tegen coronabesmetting is, bereikt het opleggen van de vaccinatieplicht via de welzijnswetgeving bovendien ook niet de volledige doelgroep. De verplichtingen die opgelegd worden door de welzijnswetgeving kunnen immers alleen worden gebruikt om werknemers of ambtenaren te verplichten tot vaccinatie, maar zijn niet van toepassing op zelfstandigen, sommige vrijwilligers, enz., terwijl net in de zorgsector ook heel wat personen werken die geen arbeidsovereenkomst of statutaire tewerkstelling hebben, maar bijvoorbeeld wel een zelfstandigenstatuut, waaronder niet alleen artsen, verpleegkundigen, verzorgenden, thuishulp of thuisverpleging, maar ook andere medische contactberoepen (zoals kinesisten, ergotherapeuten, …), ambulanciers, mantelzorgers, enz.

Meer informatie

[Bron: Arbeidsrecht Journaal 2021]