Tijd voor een risicoanalyse psychosociale aspecten?

In een omzendbrief herinnert Petra De Sutter, Minister van Ambtenarenzaken, werkgevers en leidinggevenden van de federale ambtenaren aan de verplichtingen in het kader van de risicoanalyse psychosociale aspecten (RAPSY). Ze doet daarbij ook enkele aanbevelingen.

Verplichte risicoanalyse psychosociale aspecten

De omzendbrief brengt eerst het doel (van de risicoanalyse) in herinnering:

De werkgever is verplicht om een beleid inzake preventie van risico’s op het werk te voeren om het welzijn op het werk te bevorderen. De risicoanalyse is het belangrijkste instrument van dit preventiebeleid.

In het kader van de algemene risicoanalyse die de werkgever in zijn onderneming uitvoert, moet hij de situaties die aanleiding kunnen geven tot psychosociale risico’s op het werk identificeren. Daarbij houdt hij rekening met met de situaties die aanleiding kunnen geven tot:

  • Stress of burn-out veroorzaakt door het werk
  • Schade aan de gezondheid van de werknemer die voortvloeit uit:
    • Conflicten verbonden aan het werk
    • Geweld
    • Pesterijen
    • Ongewenst seksueel gedrag op het werk

Methode

Een risicoanalyse kan uitgevoerd worden aan de hand van vragenlijsten, groepsgesprekken en/of individuele gesprekken.

In de omzendbrief wordt verwezen naar de wetenschappelijk gevalideerde methode 'Copenhagen Psychosocial Questionnaire' (COPSOQ) als een mogelijk instrument om deze analyse uit te voeren.

Wettelijke verplichtingen

In de omzendbrief worden ook enkele richtsnoeren aangehaald met het oog op een juiste en uniforme toepassing van het juridische kader m.b.t. de RAPSY. We vatten deze hier even samen:

  1. Jaarlijkse evaluatie - Er is geen termijnverplichting met betrekking tot de uitvoering van het beleid rond psychosociale risico’s. De werkgever heeft wel  een algemene verplichting om preventiemaatregelen te nemen en deze,  minstens eenmaal per jaar te evalueren
  2. Globaal preventieplan (GPP) - De risico’s uit de RAPSY moeten worden opgenomen in het GPP, dat om de vijf jaar moet worden opgesteld
  3. Minstens om de 5 jaar - Het is van essentieel belang dat er regelmatig en minstens om de 5 jaar een analyse van de psychosociale risico’s wordt verricht om problematische situaties op het werk snel te kunnen opsporen en de effectiviteit van het risicopreventiebeleid te waarborgen
  4. Wetenschappelijk onderbouwd - Bij de analyses van de psychosociale risico’s moet een wetenschappelijke benadering worden gehanteerd
  5. PAPSY betrekken - De werkgever verzekert de betrokkenheid van de preventieadviseurs psychosociale aspecten (PAPSY), zowel bij het uitvoeren van de analyse van de psychosociale risico’s als bij het vaststellen van de preventiemaatregelen
  6. Preventiemaatregelen – Enkel analyseren volstaat uiteraard niet, de analyse moet leiden tot preventiemaatregelen en verbeteracties
  7. Indicatoren - Relevante indicatoren moeten in beschouwing worden genomen, zoals het absenteïsme, het percentage geslaagde reïntegratieprocedures, het aantal aanvragen bij de PAPSY of arbeidsongevallen
  8. CPBW - De werkgever deelt de resultaten van de RAPSY mee aan het CPBW en vraagt advies over de preventiemaatregelen
  9. Communicatie - De werkgever deelt de resultaten van de RAPSY en de preventiemaatregelen met de hiërarchische lijn (HL) en de werknemers

Doelgroep

De omzendbrief wordt gericht aan de federale overheidsdiensten en de diensten die ervan afhangen, het Ministerie van Defensie en de instellingen van openbaar nut die behoren tot het federaal administratief openbaar ambt zoals bepaald in artikel 1 van de wet van 22 juli 1993 houdende bepaalde maatregelen inzake ambtenarenzaken.

Meer informatie