
Eind november bestond het asbestattest 3 jaar. Dat attest geeft aan of er asbest aanwezig is in een gebouw en in welke staat het zich bevindt. Zo'n asbestattest is vandaag verplicht bij de verkoop van een woning ouder dan 2001. De maatregel kwam er om in kaart te brengen waar er nog asbest zit, om Vlaanderen in de komende jaren asbestveilig te kunnen maken.
Na 3 jaar staat de teller op 422.584 attesten, meldt de OVAM. In 59 procent van de onderzochte gebouwen (van vóór 2001) werden 1 of meerdere asbesttoepassingen aangetroffen. In goed 40 procent van de onderzochte gebouwen blijkt zelfs dat het gebouw niet asbestveilig is en dat het asbest dus een risico vormt.
De afvalstoffenmaatschappij analyseerde de data uit de attesten ook om een prognose te maken van de te verwachten hoeveelheid asbest die nog in de Vlaamse gebouwen zit.
Uit die analyse blijkt dat er vermoedelijk nog 3,18 miljoen ton asbest in omloop is. Het gros van het asbest dat nog in omloop is, zit in residentiële gebouwen, in onze huizen en appartementen. Dat gaat over ongeveer 2,2 miljoen. Het resterende miljoen zit in niet-residentiële gebouwen, zoals scholen, landbouwbedrijven en zorginstellingen.
"Dat is een belangrijke vaststelling, want zo weten we waar we de komende jaren zeker op moeten focussen", zegt Jan Verheyen van OVAM. "Vandaag beschikken ruim 2 miljoen eigenaars van woningen en appartementen namelijk nog niet over een asbestattest, waardoor ze dus nog geen zicht hebben op de asbestrisico's. Nu heb je een attest pas nodig als je een woning wil verkopen, maar tegen 2032 moeten al die woningen van voor 2001 over een attest beschikken."
Ruim 80 procent van het asbest is opgenomen in asbestcement. Daarmee werden bijvoorbeeld golfplaten, buizen en panelen gemaakt. Het resterende asbest zit in materiaal waarbij de asbestvezels losser gebonden zijn, bijvoorbeeld in isolatiemateriaal. Dat is de gevaarlijkste vorm van asbest, want omdat het bindmiddel zwakker is, kunnen de asbestvezels veel makkelijker vrijkomen.
De vorige schatting van de OVAM dateert van 2019, maar toen was er slechts sprake van 2,3 miljoen ton asbest. Dat is volgens de OVAM geen reden tot bezorgdheid, want die vorige raming was een pak minder precies, omdat ze slechts gebaseerd was op aannames, steekproeven en literatuur. Vooral voor woningen en appartementen bleek de raming uit 2019 een onderschatting. Voor scholen en landbouwbedrijven geeft de analyse aan dat het om respectievelijk 35 en 57 procent minder asbest zou gaan.
De OVAM roept op om de mogelijke aanwezigheid van asbest in gebouwen van voor 2001 snel verder te inventariseren. "We hebben er alle belang bij om dat zo snel mogelijk in kaart te brengen en om de ondersteuning de volgende jaren verder te zetten", besluit Verheyen.
Tijdens Prenne 77 in Sint-Truiden op 26 maart 2026 kan je volgende opleidingssessies volgen rond het thema asbest: "Gevaarlijke stoffen 2 | Asbest op onverwachte plaatsen" en "Gevaarlijke stoffen 3 | Asbest : wijziging codex : microscoop en invoering 10x lagere grenswaarde".