Het KB van 6 december 2018 voert een grondige wijziging door van de dienst voor fysische controle (DFC) voor bedrijven die met ioniserende stralingen werken of die radioactieve materialen vervoeren. Ook de jobinhoud als preventieadviseur wordt hierdoor beïnvloed.
De erkende instellingen zullen nu enkel nog ten dienste staan van deze bedrijven en geen controle meer uitvoeren in opdracht van het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle (FANC). Er wordt een nieuwe subklasse IIA opgericht, die de meest risicovolle bedrijven van klasse II bevatten. En tenslotte wordt Bel V eindelijk juridisch verankerd, ondanks dat het al jarenlang toezicht hield op de klasse I-inrichtingen (en nu ook op deze van klasse IIA).
Om de integratie van het radiologisch risico in het beheersysteem voor klassieke risico’s te bevorderen, moet het radiologisch risico niet los van de andere risico’s worden beheerd, maar veeleer worden beschouwd binnen het dynamisch risicobeheersysteem dat de exploitant of het ondernemingshoofd moet organiseren krachtens de wet betreffende het welzijn op het werk en haar uitvoeringsbesluiten.
Naar analogie met de bepalingen van de wet betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk en haar uitvoeringsbesluiten, kunnen er, onder bepaalde voorwaarden, door verschillende exploitanten gemeenschappelijke diensten voor fysische controle georganiseerd worden.
Voor de klasse I-inrichtingen moet de exploitant op zijn minst over een erkend deskundige beschikken die het diensthoofd voor fysische controle zal zijn en tevens de preventieadviseur belast met de leiding van de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk (IDPBW).
Indien de exploitant verantwoordelijk is voor meerdere inrichtingen van klasse I, dient hij in elke technische bedrijfseenheid (in de zin van de wet op het welzijn op het werk), een lokale afdeling van de dienst voor fysische controle op te richten. Deze lokale afdeling zal onder leiding staan van een erkend deskundige van klasse I die eveneens preventieadviseur is belast met de leiding van de afdeling van de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk.
Voor de inrichtingen van klassen II en III, inclusief klasse IIA, kan de exploitant zijn dienst voor fysische controle naar eigen keuze organiseren:
De dienst voor fysische controle kan al dan niet deel uitmaken van of samengevoegd worden met de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk (IDPBW). Deze keuze wordt ook overgelaten aan de exploitant, maar het FANC raadt in alle gevallen een geïntegreerd beheer van de risico’s aan, en om de radiologische risico’s niet van dat van andere klassieke risico’s (chemisch, biologisch, brand,...) te scheiden. De organisatie moet echter zo zijn dat de DFC en IDPBW samenwerken waar nodig is.
In het besluit worden de nieuwe vereisten van de richtlijn 2013/59/Euratom (″ Basic Safety Standards - BSS ″) met betrekking tot de concepten ″ Functionaris voor Stralingsbescherming (RPO) ″ en ″stralingsbeschermingsdeskundige (RPE)″ in de Belgische regelgeving geïntegreerd, met de eraan verbonden opleidingseisen. De ″functionaris voor stralingsbescherming (RPO)″ wordt in België omgezet in ″agent voor de stralingsbescherming″. Er werd gekozen om deze term van de richtlijn niet letterlijk over te nemen.
In de medische sector is het mogelijk dat de functie van agent voor de stralingsbescherming wordt waargenomen door medisch hulppersoneel (verplegend personeel, technologen) of stralingsfysici van de betrokken diensten; zij beschikken vaak al over de vereiste opleiding en zijn ter plaatse.
De inwerkingtreding van de maatregelen met betrekking tot de fysische controle wordt uitgesteld om de exploitanten en de ondernemingshoofden de mogelijkheid te bieden zich in die zin te organiseren. Volgens een trapsgewijze aanpak, gelden de nieuwe bepalingen:
Het KB treedt algemeen in werking op de 10e dag na publicatie in het B.S., dit is op 31 december 2018.
VERZORGINGSINSTELLINGEN 2 | Het nieuwe ARBIS: welke belangrijke wijzigingen zijn er?
Met de publicatie van het nieuwe ARBIS zijn er enkele belangrijke wijzigingen met onder andere impact op de organisatie binnen de bedrijven (zorginstellingen). Het verplicht oprichten van een eigen interne dienst voor fysische controle is een nieuw gegeven waaraan moet voldaan worden. Hoe dit alles kan gerealiseerd worden en wat er nog meer aan nieuws is word je op deskundige wijze toegelicht.