
Deze mededeling omvat:
Deze mededeling bouwt voort op de herziene richtlijn asbest op het werk uit 2023, die lagere grenswaarden voor beroepsmatige blootstelling vastlegt en andere maatregelen invoert om het risico voor werknemers te verkleinen. Uiterlijk op 21 december 2025 moesten de lidstaten deze richtlijn omzetten in nationale wetgeving. Deze acties maken deel uit van de alomvattende EU-aanpak voor een asbestvrije toekomst in Europa, ter ondersteuning van de gezondheid van mensen en het milieu.
Het identificeren van asbest en materialen die asbest kunnen bevatten is de eerste stap om blootgestelde werknemers te beschermen. De richtlijn vereist dat elke activiteit die een risico op blootstelling kan inhouden, vooraf wordt onderworpen aan een risicobeoordeling. Deze beoordeling begint met een asbestinventarisatie, of het nu gaat om een gebouw, infrastructuur, voertuig, schip of machine.
Asbesthoudende materialen kunnen in tal van elementen worden aangetroffen, zoals:
De Europese gids geeft aan dat voor gebouwen een specifiek asbestregister moet worden bijgehouden waarin het volgende wordt vastgelegd:
Het ontbreken van documentatie ontslaat niet van verplichtingen: bij twijfel moeten materialen als asbesthoudend worden beschouwd, en moeten overeenkomstige beschermingsmaatregelen worden toegepast.
Daarnaast wordt de oprichting van een nationaal asbestregister in de lidstaten aanbevolen om gegevens te centraliseren en interventiebeslissingen te vergemakkelijken.
De richtlijn en de richtlijnen leggen sterk de nadruk op de opleiding van professionals die mogelijk aan asbest worden blootgesteld, met name in de sectoren bouw en openbare werken, industrieel onderhoud, transport, civiele techniek, afvalverwerking, enz.
Dankzij deze uitgebreide en praktische richtlijnen biedt de Europese Commissie de lidstaten, werkgevers en werknemers een volledige toolbox om de preventie van asbestrisico’s te versterken. Nauwkeurige identificatie van materialen en verhoging van de deskundigheid van professionals vormen de twee belangrijkste pijlers van deze nieuwe strategie.
Ongeveer 75% van de werkgerelateerde kankers in de EU is gelinkt aan asbest. Op basis van de meest recente medische en wetenschappelijke inzichten heeft de Commissie haar aanbeveling inzake beroepsziekten bijgewerkt. Deze actualisering bevordert een consistente erkenning van deze ziekten in de lidstaten en stimuleert de nodige ondersteuning en compensatie voor getroffen werknemers.
De volgende ziekten die kunnen worden veroorzaakt door beroepsmatige blootstelling aan asbest zijn toegevoegd aan de lijst (bijlage I): kanker van het strottenhoofd, eierstokkanker, pleurale plaques met longfunctiestoornissen en niet-kwaadaardige pleurale effusie. De Commissie roept de lidstaten op deze ziekten op te nemen in hun nationale systemen voor beroepsgerelateerde compensatie.
Daarnaast dringt de Commissie er bij de lidstaten op aan stappen te ondernemen om ervoor te zorgen dat werknemers bij wie darm-, endeldarm- of maagkanker is vastgesteld (toegevoegd aan bijlage II) compensatie kunnen ontvangen wanneer een verband met beroepsmatige blootstelling aan asbest wordt aangetoond.
De lidstaten worden ook aangemoedigd om preventie, diagnose, onderzoek en gegevensverzameling op dit gebied te verbeteren.
Blootstelling aan asbest blijft een van de belangrijkste oorzaken van beroepskanker in de EU. De stof treft nog steeds veel werknemers, met name bij renovatie- en recyclageactiviteiten, bijvoorbeeld bij het beter isoleren van gebouwen of bij het recycleren van materialen uit oudere gebouwen. Het beschermen van werknemers tegen kankerverwekkende stoffen is een kernprioriteit van het Europees Kankerbestrijdingsplan en van het EU-strategisch kader voor gezondheid en veiligheid op het werk 2021–2027.