Deeltijdse medewerkers even groot risico op burn-out

Recent onderzoek van UGent toont aan dat deeltijdse werknemers even vatbaar zijn om een burn-out te ontwikkelen als hun voltijds werkende collega’s.

Evenveel burn-out

De onderzoekers van Ugent bekeken de werkregimes, de werkomgeving en het burn-outrisico van 1.006 Vlaamse werknemers in 22 verschillende jobdomeinen.

Hoewel het werk van deeltijdse werknemers iets minder van hen vraagt (bijvoorbeeld naar werkhoeveelheid en aantal vergaderingen toe) dan bij hun voltijdse collega’s, lopen deeltijdse werknemers evenveel risico om een burn-out te ontwikkelen.

Daarnaast blijken deeltijdse werknemers op geen enkel kernsymptoom van burn-out (uitputting, mentale distantie, cognitieve ontregeling en emotionele ontregeling) lager te scoren dan hun voltijdse collega’s.

Zware gezinsverantwoordelijkheden

Een voor de hand liggende verklaring is de reden waarom werknemers voor deeltijdse werkregimes kiezen. Vaak doen ze dat om met hun zware gezinsverantwoordelijkheden om te gaan. In dat opzicht is het dus goed mogelijk dat de zware gezinsverantwoordelijkheden van deeltijdse werknemers hun iets lagere werkeisen uitbalanceren, waardoor ze evenveel risico lopen op burn-out als hun voltijdse collega’s.

Werkeisen aanpakken

Toch leidt meer werken wel degelijk tot een hoger risico op burn-out. Niet zozeer het aantal (over)uren, maar wel de reden waarom medewerkers vele uren werken. Concreet betekent dat dat overuren zich niet noodzakelijkerwijs in een hoger burn-outrisico hoeven te vertalen als werknemers die om andere redenen dan hoge werkeisen presteren.

In plaats van ons dus massaal blind te staren op arbeidstijd op zich, kunnen we ons beter bezighouden met wat er van werknemers gevraagd wordt, stellen de onderzoekers.

Meer informatie

 

Bron: Ugent